Vanuit de haven van Puttgarden in Duitsland varen we in 45 minuten naar Rødby in Denemarken.        

We overnachtten in Helsingør (Denemarken) in een jeugdherberg aan de kust, daar maakten we nog even een wandeling op het strand.

Kasteel Kronborg in Helsingør aan de Sont, een belangrijke zeestraat.

Helsingør

Vanuit Helsingør (Denemarken) varen we in 20 munuten naar Helsingborg in Zweden.

Inloopwandeling vanaf onze hut in Bessheim (980m), dat aan het meer Øvre Sjodalsvatnet ligt. Links ligt de Sikkilsdalshø (1778m).

Bessheim (980m) aan de rand van het Øvre Sjodalsvatnet. Links ligt de Sikkilsdalshø (1778m).

De tocht naar boven gaat langs het riviertje Bessa.

Øvre Sjodalsvatnet.

Het meer Bessvatnet (1373m) met daarboven Besshøe (2258m).

Besshøe (2258m).

Het meer Bessvatnet (1373m) met daarboven Besshøe (2258m).

Het Bessvatnet (1373m) en Besshøe (2258m).

Het Bessvatnet (1373m).

Het Bessvatnet (1373m) en Besshøe (2258m).

Het Bessvatnet (1373m) en Besshøe (2258m).

Van bovenaf was het Bessvatnet (1373m) diepblauw van kleur.

Besshøe (2258m).

Het Øvre Sjodalsvatnet met op de voorgrond Bessheim (980m).

Monnikskap (Aconitum spec.).

Het Øvre Sjodalsvatnet met daarboven de Sikkilsdalshø (1778m).

Wandeling in de omgeving van Lom.

Rivier de Otta.

Rivier de Otta.

De Otta.

De Staafkerk van Lom in Fossbergom.

Staafkerk van Lom. Vermoedelijk al voor 1160 gebouwd en daarna diverse malen verbouwd en gerestaureerd. Het dak heeft dezelfde structuur als de Vikingschepen. Staafkerken zijn ontstaan in de periode dat het Christendom in Scandinavië werd verspreid (bron: Wikipedia).

Staafkerk van Lom. Vermoedelijk al voor 1160 gebouwd en daarna diverse malen verbouwd en gerestaureerd. Het dak heeft dezelfde structuur als de Vikingschepen. Staafkerken zijn ontstaan in de periode dat het Christendom in Scandinavië werd verspreid (bron: Wikipedia).

Vandaag maken we met een deel van de groep een wandeling vanaf Maurvangen naar de Sikkilsdalshø (1778m). Aan de rechterkant zie je de Veslfjellet (1743m).

We krijgen voor het eerst zicht op het meer Gjende (984m) met rechts daarvan de Veslfjellet (1743m).

Het Øvre Sjodalsvatnet (953m) en onze verblijfplaats in Bessheim. Daarboven wordt er al iets zichtbaar van het meer Bessvatnet (1373m) en de Besshøe (2258m).

Beneden het Øvre Sjodalsvatnet (953m), daarboven het Bessvatnet (1373m) en links daarvan het Gjende (984m). Tussen de twee laatstgenoemde meren ligt slechts een smalle bergrug: de beroemde Besseggen met een hoogteverschil van bijna 400 meter tussen de meren.

Het Gjende (984m).

Rood Zeepkruid (Saponaria Ocymoides).

Schitterend zicht op de 3 meren!

Zaadpluis van een Anemoon.

Pop van een (nacht)vlinder.

Lenswolken (Lenticularis) boven en nabij de Nautgardstind (2257m).

Lenswolk (Lenticularis).

Lenswolk (Lenticularis).

De tocht naar de gletsjer gaat al door een prachtig gebied.

De gletsjer die we zullen beklimmen.

Aan de voet van de gletsjer.

We lopen hier nog over het ijs, maar voor ons doemt de sneeuw op.

Een behoorlijk steil stukje door de sneeuw.

Af en toe moesten we over zulke spleten stappen en soms zelfs springen.

Lekker in het zonnetje.

Helaas besloten de gidsen om niet verder te gaan en keren we weer terug naar de voet van de gletsjer.           

In de sneeuw zijn onze sporen nog goed te zien.

Een wild stromend smeltwaterbeekje op de gletsjer.

Veenpluis (Eriophorum angustifolium).

De laatste hindernis voor we weer bij de busjes komen.

Het Øvre Sjodalsvatnet.

Het Øvre Sjodalsvatnet.

Het Øvre Sjodalsvatnet.

Witte Kwikstaart (Motacilla Alba).

Onze hut in Bessheim.

We maken ons klaar om naar Ridderspranget te gaan. Dit is een nauwe kloof waar het riviertje de Sjoa met hoge snelheid door heen stroomt.

Penseelkever (Trichius Fasciatus).

Penseelkever (Trichius Fasciatus).

Boserebia (Erebia Ligea).

Blauwtje spec.

Heideblauwtje ? (Plejebus argus)

Een soort daas, let eens op de prachtige ogen!

Het uitzicht vanaf een top nabij Ridderspranget.

Een tapijt van Rendiermos (Cladina spec.).

Rendiermos (Cladina spec.).

Rendiermos (Cladina spec.).

Ridderspranget, een nauwe kloof waar het riviertje de Sjoa met hoge snelheid door heen stroomt.

Ridderspranget.

Ridderspranget.

Ridderspranget.

Ridderspranget.

Ridderspranget.

Ridderspranget.

Koekoek (Cuculus Canorus).

Vanuit Spiterstulen (1100m) wandelen we richting de top van de Galdhøpiggen (2469m), de hoogste berg van Noorwegen.

We zullen diverse sneeuwveldjes over moeten voor we bij de top van de Galdhøpiggen (2469m) zullen zijn.         

Opnieuw een daas met bijzonder gekleurde ogen.

De Styggebrean (gletsjer).

De Styggebrean (gletsjer).

De Styggebrean (gletsjer).

De Keillhaus Topp (2355m), hierachter ligt de top van de Galdhøpiggen (2469m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Uitzicht vanaf Keillhaus Topp (2355m).

Dikke lagen sneeuw en ijs van de gletsjer.

De snelste manier van afdalen...glijdend over de sneeuw.

Rendieren (Rangifer tarandus) op een bergkam.

Onze hut in Bessheim.

Uitzicht vanuit de hut in Bessheim.

Rendieren (Rangifer tarandus).

Rendieren (Rangifer tarandus).

Vanwege het slechte weer in de ochtend kunnen we de beroemde Besseggenroute niet lopen en daarom maken we deze dag een wandeling in de omgeving van Bygdin.

En dat op mijn hand! :-)

De Zweedse vlag, en dat betekend dat we Noorwegen alweer verlaten hebben.

Helsingborg (Zweden).

Kasteel Kronborg in Helsingør (Denemarken).

We brengen de laatste avond door aan het strand van Helsingør (Denemarken).